In 2015 ben ik samen met de Radboud Management Academy gestart met de post-master Business Data Scientist. In deze blog ga ik in op één van de belangrijke doelstellingen van de opleiding: bedrijven helpen een passend groeipad in big data gebruik te ontwikkelen en doorlopen.
Data Science is een beetje als de buurman die jou zijn nieuwe auto met het allernieuwste snufje laat zien. Bijna onmiddellijk bekruipt je het gevoel dat je dat ook nodig hebt. Veel ondernemingen ervaren hetzelfde gevoel wanneer het om data science gaat.
Data is door talrijke technische en sociale ontwikkelingen (Connected economy, mobility, internet of things, willingness to share data) in overvloed aanwezig. Bedrijven herkennen ook dat data meer is dan een bijproduct van operationele processen. Ze zoeken daarom, meer of minder gedreven door de successen van de buurman, naar mogelijkheden om hun eigen bedrijfsvoering te verbeteren. Daarbij gebruikmakend van data als een primaire bron of asset.
Veel ondernemingen vragen zich echter af: (Waar) moet ik beginnen? Wat moet ik ambiëren? Wie heb ik nodig om dit te organiseren? Is het voldoende als ik een stel hard core data scientists in dienst neem? Vanzelfsprekend is er geen ‘one fits all’ antwoord op deze vragen. Deze vragen zijn uitsluitend te beantwoorden wanneer de onderneming een helder beeld heeft op een haar passende data science strategie en bijbehorend groeipad. Wanneer deze ontbreken dreigt mislukking. En frustratie! Niet in de laatste plaats bij de aangenomen data scientists die de oplossing voor bijna alles zouden zijn. Het is immers moeilijk te voldoen aan onbepaalde en oneindige verwachtingen.
Bedrijven kunnen verschillende keuzes maken in hun data science strategie. Deze zijn afhankelijk van hun eigen positie en bedrijfsstrategie. De uitgangspunten voor het laten aansluiten van de data science strategie op de bedrijfsstrategie kunnen verschillen. In de ene groep data-science strategieën (‘executie- strategie’, ‘transformatie-strategie’ en ‘service-strategie’) staat de bedrijfsstrategie niet ter discussie en is het doel van data science de bedrijfsvoering te ondersteunen en optimaliseren. In de andere data-science strategie is het doel juist de ondernemingsstrategie te veranderen. Data is dan een enabler voor fundamentele verandering van de business.
De ene data science strategie is niet beter dan de andere. Bovendien zijn er mengvormen mogelijk en kan de ene strategie de andere in een later stadium volgen. Belangrijker is dat organisaties een expliciete keuze maken en een passende roadmap naar volwassenheid opstellen. De ontwikkeling van de data science afdeling wordt daar vervolgens op afgestemd. De ene data science competentie is namelijk de andere niet. Voor een executie strategie heb je bijvoorbeeld andere mensen en technologieën nodig dan voor een enabler strategie.
Zo kiezen organisaties bewust een eigen data science strategie en groeipad naar volwassenheid. Vanuit dat kader kunnen technologische competenties en tools worden beoordeeld op hun noodzaak en bruikbaarheid. En maakt het gevoel ‘het nieuwste snufje van de buurman ook te moeten hebben’ plaats voor een bewust afweging op basis van ‘behoefte , bruikbaarheid en ontwikkelstadium’.